Zes tips om voedselveilig te werken in de bakkerij

Als bakker doe je er alles aan om te voorkomen dat consumenten die bijvoorbeeld een allergie hebben, ziek worden van je producten. Voedselveiligheid staat daarom hoog in het vaandel in de branche. Précon geeft zes tips om de voedselveiligheid op de werkvloer nog verder te verbeteren.

1. Was je handen

Handen wassen in de productie is zeer belangrijk. Je kunt namelijk producten besmetten met bacteriën of allergenen als je niet goed je handen wast. Als je bijvoorbeeld een broodje pindakaas eet tijdens de lunch en je werkt vervolgens met producten, dan kan het voorkomen dat er pinda’s in het product komen waar geen pinda’s in horen. Als iemand die allergisch is voor pinda’s, dit product vervolgens koopt en eet, dan kan hij of zij hier erg ziek van worden.

Was je handen in ieder geval in de volgende situaties: Voordat je met werk begint, nadat je naar de wc bent geweest, nadat je iets vuils hebt aangeraakt, na het eten.

Bekijk hier een video om te zien hoe je je handen wast: https://youtu.be/q8NAm_Na9wg?feature=shared

2. Draag een haarnetje

Zorg dat je een haarnetje draagt en draag deze op de juiste manier. Daarmee voorkom je besmettingen. Het zit misschien minder lekker, maar het is erg belangrijk het haarnetje over je oren te dragen. Zo voorkom je dat haren in een product vallen. En zeg nou zelf: een haar in je eten is niet erg smakelijk. Heb je een baard? Draag dan ook een baardnetje over je baard!

3. Neem geen persoonlijke spullen mee

Zorg dat persoonlijke spullen, zoals eet- en drinkwaren en sieraden, niet in de productie komen. Zo voorkom je dat bijvoorbeeld een ring per ongeluk in de productie belandt. Of dat allergenen van je boterhammen op je werkkleding, en vervolgens in producten terechtkomen.

Make-up, valse wimpers en harsnagels zijn vaak niet toegestaan, want ook deze kunnen in producten vallen als je ze in de productie draagt. Per bedrijf verschillen de regels. Vraag daarom altijd naar de specifieke bedrijfsregels in jouw bedrijf.

4. Voorkom ongedierte

Ongedierte is een gevaar voor de voedselveiligheid, omdat het kan zorgen voor fysische en microbiologische besmettingen met producten. Jouw bedrijf heeft daarom maatregelen getroffen om ongedierte te weren. Maar jij kunt zelf ook helpen om ongedierte te weren: Sluit deuren en ramen zoveel mogelijk, sluit afvalcontainers, ruim afval zo snel mogelijk op, controleer inkomende goederen op ongedierte, dicht gaten en kieren zoveel mogelijk en plaats horren.

5. Zorg voor een schone werkplek

Zorg ervoor dat je een schone werkplek hebt. Als productresten te lang blijven liggen, krijgen micro-organismen de kans om te groeien en kunnen ze producten besmetten. Werk altijd volgens het schoonmaakschema. Hierin staat aangegeven wat, wanneer en door wie er wordt schoongemaakt. Hiermee voorkom je bijvoorbeeld dat er allergenen van de vorige productie in producten van de nieuwe productie komen.

Houd ook je werkplek geordend. Ruim schoonmaakmiddelen op als je klaar bent met schoonmaken en smeermiddelen als je klaar bent met onderhoud. Hiervoor zijn vaak speciale opslaglocaties. Zo voorkom je dat deze middelen op de productielijn komen en producten besmetten. Laat ook geen versleten onderdelen van machines en gereedschap slingeren, maar berg deze op op de daarvoor bestemde plekken. Denk bijvoorbeeld aan schaduwborden voor gereedschap en verzamelbakken voor versleten messen.

6. Train je medewerkers op voedselveiligheid (HACCP)

Met de e-learning voedselveiligheid (HACCP) leren jouw medewerkers voedselveilig en hygiënisch werken en worden zij zich bewust van de risico’s van de voedselveiligheid. Meer weten? Bekijk Précons pagina Voedselveiligheid (HACCP) op www.preconlearning.nl/trainingen/voedselveiligheid/ of neem contact op via info@precon.group of +31 (0)30 – 65 66 010.