Bakker Paul Berntsen hielp zijn collega’s in Tanzania slimmer en beter bakken
27 augustus 2025
PUM is een organisatie die vrijwilligers uit de bakkerijbranche uitzendt naar circa dertig ontwikkelingslanden. Daar stellen ze lokale ambitieuze ondernemers in staat om een structureel betere toekomst voor hun gemeenschap op te bouwen. Oud-bakker Paul Berntsen uit Didam doet verslag van zijn reis naar Tanzania.

Een jaar later sprak ik Allard opnieuw, en hij noemde PUM weer. Toen dacht ik: Nu ga ik het doen. Na kennismakingsgesprekken, online meetings en introductiedagen, mocht ik me in april officieel ‘Bakery Expert’ van PUM noemen. Daarna ging het snel. Mijn eerste missie was zelfs al in zicht.
Die eerste missie was online, vanwege de oorlog in de Gazastrook. Maar zelfs daar kon ik met mijn ervaring in oliebollen iemand helpen zijn donutproductie te verbeteren. Kort daarna kwam het echte avontuur: een voorstel om naar Tanzania te gaan. Mijn kinderen reageerden meteen: “Wow, zo ver ben je nog nooit van huis geweest.” En gelijk hadden ze. Dus hoppa, prik tegen gele koorts gehaald, en voorbereiden maar.

Het mooie aan deze missie was dat we twee projecten aan elkaar konden knopen: vijf dagen bij de ene bakkerij en vijf dagen bij de andere, beide in Dar es Salaam. Een stad waar ik nog nooit van had gehoord, maar waar meer dan zeven miljoen mensen wonen, zo leerde ik van Google.
Na een soepele vliegreis kwam ik ’s avonds om negen uur aan. Eerst douane, visum regelen (contant € 250,-), en daarna werd ik opgehaald door de chauffeur van de eerste bakkerij. Nog even een lokale simkaart in mijn telefoon, zodat ik via WhatsApp bereikbaar bleef zonder torenhoge kosten.
Bijna ging ik zelf achter het stuur zitten, maar ja, in Tanzania zit het stuur rechts en rijden ze links. Het is tenslotte een voormalige Britse kolonie. Onderweg zag ik meteen hoe druk en chaotisch het verkeer daar is: vrachtwagens, motoren, tuktuks, fietsers en voetgangers, allemaal kriskras door elkaar.
Mijn onderkomen bleek een soort missionarissencomplex, waar nog steeds priesters en nonnen rondlopen. Toen ik jong was, werd er in de kerk vaak geld ingezameld voor de missie in Afrika. Ik weet zeker dat dit gebouw daar ooit mee is betaald. De ontvangst was hartelijk, het bed goed en de douche heerlijk.

De volgende ochtend zou de chauffeur me om 08.00 uur ophalen. Om 08.15 uur nog niemand. Bellen? Ach, dit is Afrika, met dat verkeer kun je niets plannen. Uiteindelijk kwam ik om 09.30 uur aan bij de bakkerij in Osterbay, de rijkste wijk van Dar es Salaam. Daar werd ik ontvangen door Hady, die enthousiast zijn bakkerij liet zien.
Ze waren net begonnen met bakken, omdat er steeds meer vraag is naar brood en lekkernijen die kantoorpersoneel tussen de middag of na het werk koopt. De airco stond op 22 graden, heerlijk koel. Maar toen ik zag hoe ze het brood maakten, schrok ik wel even. Binnen 40 minuten zat het al in het bakblik voor de narijs. Dat kan anders.
Ik liet zien hoe wij het in Nederland doen. En zie: de volgende dag was de kwaliteit al stukken beter. Ook vond ik de indeling van de bakkerij niet handig. De rijskast stond achter de deegmachine, en de verkoopvitrine vast voor de oven. De volgende dag werd alles meteen anders ingericht. Zelfs de schoonmaakster, die bij elke schep meel al met de zwabber achter me stond, heb ik een dag vrij gegeven. Toch was de omzet van bakkerijproducten nog erg laag. Misschien liggen er kansen in samenwerking met andere bakkers. Dat zijn we nu aan het onderzoeken.
Na vijf intensieve dagen had ik een weekend vrij en besloot ik naar Zanzibar te gaan. Wat een prachtig eiland! Heerlijk strand, Stone Town bezocht, en vooral genoten van gesprekken met gewone mensen. Dat vind ik misschien nog wel het mooiste aan zo’n reis.

Maandagochtend vroeg vertrok ik weer met de boot naar het vasteland. Daar werd ik opgehaald door Deogratias, de PUM-man in Tanzania, die me naar mijn tweede bakkerij bracht: Super Deli Bakery. Die lag in een minder welvarende wijk, waar mensen het financieel zwaarder hebben.
Hier hadden ze al prima brood leren bakken, dankzij een eerdere PUM-missie zeven jaar geleden. Van alles wat ik in Dar es Salaam geproefd heb, is dit het beste brood. Maar meer broodsoorten bakken heeft alleen zin als je ze ook kunt verkopen.
De winkel is open van 06.00 tot 00.00 uur, en het meeste brood wordt ’s avonds verkocht. Dus besloten we de focus te leggen op sales. Samen maakten we een enquête en introduceerden we de vertrouwde stempelkaart. Ook bespraken we hoe ze social media kunnen inzetten. “Ik weet niks van socials,” zei een van de medewerkers. Gelukkig kan ChatGPT daar tegenwoordig een handje helpen.
’s Avonds brachten ze me vaak naar een resort aan de Indische Oceaan, waar het heerlijk rustig was. Daar raakte ik aan de praat met medewerkers over voetbal. Op woensdag was de grote derby in Dar es Salaam, de vijfde grootste derby in Afrika. Ik beloofde een kaartje te betalen (€ 3) als ik mee mocht. Dus hoppa, achterop de motor naar het stadion. Wat een belevenis: 40.000 uitzinnige supporters.

Terugkijkend heb ik enorm veel geleerd. Niet alleen over bakkerijen in Tanzania, maar ook over de cultuur, de mensen en hun enorme ondernemingszin. Je kunt geen afdak voorbijlopen of er gebeurt wel iets: fruitverkoop, een kapperszaak, of een naaimachine waar jurken aan hangen.
De volgende keer wil ik graag Swahili leren, zodat ik nog meer in gesprek kan met de mensen daar. Maar eerst nog wat papierwerk afronden. En dan? Op naar een nieuw avontuur met de PUM. Ik heb er nu al zin in.’
Ook geïnteresseerd in dit werk? Neem contact op met allard.jacobs@pum.nl of kijk op www.pum.nl
Foto’s: PUM/Paul Berntsen